Bosch 0 601 B27 000 Original Instructions Manual page 112

112 | Nederlands
schaparm omhoog wordt bewogen, moet de pendelbe-
schermkap boven het zaagblad weer sluiten en in de boven-
ste positie van de gereedschaparm vergrendelen.
Positie van de gebruiker (zie afbeelding M)
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
u
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het
zaagblad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een moge-
lijke terugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Kruis uw handen niet vóór de gereedschaparm.
Inlegplaten vervangen (zie afbeelding P)
De rode inlegplaten (9) kunnen na langer gebruik van het
elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de schroeven (53) er met de binnenzeskantsleutel
(4 mm) (30) uit en verwijder de oude inlegplaten.
– Leg de nieuwe rechter inlegplaat erin.
– Draai de inlegplaat met de schroeven (53) zover mogelijk
naar rechts vast, zodat over de hele lengte van de mogelij-
ke afkortbeweging het zaagblad niet in aanraking komt
met de inlegplaat.
– Herhaal de werkstappen op dezelfde manier voor de nieu-
we linker inlegplaat.
Toegestane werkstukafmetingen
Maximale werkstukken:
horizontale ver- verticale verstek-
stekhoek hoek
0° 0°
45° 0°
0° 45° (links)
0° 45° (rechts)
45° 45° (links)
45° 45° (rechts)
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de mee-
geleverde lijmklem (19) links of rechts van het zaagblad kun-
nen worden vastgezet): 145 x 306 mm (lengte x breedte)
Maximale zaagdiepte (0°/0°): 100 mm
Zagen
Zagen zonder afkortbeweging (kappen)
(zie afbeelding N)
– Schuif de glijarm (23) helemaal naar achter en borg deze
in deze positie.
Zorg ervoor dat de diepteaanslag (25) helemaal naar bin-
nen geduwd is en de afstelschroef (24) bij het bewegen
van de glijarm zonder de diepteaanslag te raken door de
uitsparing past.
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel indien nodig de gewenste verstekhoek (horizontaal
en/of verticaal) in.
1 609 92A 6SR | (09.07.2021)
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de glijarm (23) met de handgreep (3) langzaam
omlaag.
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de glijarm (23) langzaam naar boven.
Zagen met afkortbeweging (zie afbeelding O)
Houd de handgreep vóór het inschakelen en tijdens de
u
gehele zaagbewerking goed vast. Voer bij het zagen
een gecontroleerde beweging met de glijarm uit. Een
moment van onoplettendheid kan door de uiterst licht lo-
pende glijarm tot ernstig letsel leiden.
– Maak de borging van de glijarm (23) los.
Controleer door uittrekken en terugschuiven van de glij-
arm (23) of het complete glijmechanisme gereed is voor
gebruik.
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel indien nodig de gewenste verstekhoek (horizontaal
en/of verticaal) in.
– Trek de glijarm (23) met de handgreep (3) zo ver van de
aanslagrail (8) weg tot het zaagblad zich vóór het werk-
stuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de glijarm (23) met de handgreep (3) langzaam
omlaag.
– Duw nu de glijarm (23) in de richting van de aanslagrail
Hoogte x breedte (8) en zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaart-
[mm]
se beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
80 x 306
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
80 x 216
– Beweeg de glijarm (23) langzaam naar boven.
54 x 296
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding Q)
30 x 296
De diepteaanslag moet worden versteld, wanneer u een
54 x 208
groef wilt zagen of een afstandaanslag wilt gebruiken.
30 x 208
– Draai de diepteaanslag (25) naar buiten.
– Draai de glijarm (23) met de handgreep (3) in de gewens-
te positie.
– Verdraai de afstelschroef (24) tot het schroefuiteinde de
diepteaanslag (25) raakt.
– Beweeg de glijarm (23) langzaam naar boven.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Profielplinten bewerken
Profielplinten kunt u op twee verschillende manieren bewer-
ken:
Bosch Power Tools