Advertisement
Available languages
Available languages
Bedieningstips
• U kunt de accu langer laten werken op een lading door de laser uit
te schakelen wanneer u deze niet gebruikt.
• Controleer de kalibratie van de laser vaak, zodat de
nauwkeurigheid van uw werkzaamheden gewaarborgd is.
Raadpleeg De Laser kalibreren.
• Controleer, voordat u de laser gaat gebruiken, dat het gereedschap
op een betrekkelijk gelijkmatig, stevig oppervlak staat.
• Markeer altijd het midden van de laserlijn of laserstip. Als u op
verschillende tijden verschillende delen van de straal markeert,
introduceert u fouten in uw metingen.
• U kunt de werkafstand en nauwkeurigheid vergroten door de laser
in het midden van uw werkgebied op te stellen.
• Wanneer u de laser op een statief of tegen een wand bevestigt,
moet u het apparaat stevig vastzetten.
• Wanneer u binnenshuis werkt zal een langzame snelheid van
de roterende kop een zichtbaar helderder lijn produceren, en
een hogere snelheid van de roterende kop zal een zichtbaar
ononderbroken lijn geven.
• U kunt de zichtbaarheid van de laserstraal verbeteren door een
laserbril (Laser Enhancement Glasses) te dragen (Afbeelding
en/of een laserkaart (Laser Target Card) (Afbeelding
voor het vinden van de straal.
• Extreme temperatuurwisselingen kunnen beweging of verschuiving
van bouwconstructies, metalen statieven, apparatuur, enz.
veroorzaken, en deze kunnen de nauwkeurigheid beïnvloeden.
Controleer de nauwkeurigheid vaak tijdens uw werkzaamheden.
• Als de laser is gevallen of een zware klap te verduren heeft gehad,
laat het kalibratiesysteem dan nazien door een gekwalificeerd
servicecentrum voordat u de laser weer gebruikt.
De laser inschakelen
Plaats de volledig opgeladen D
1.
Afbeelding
wordt getoond.
D
Schakel de laser in door licht op de aan/uit-knop te drukken
2.
• Het LED-indicatielampje Aan/Uit ( Afbeelding
branden.
S
) gebruiken
R
WALT 18V-accu, zoals in
E
) gaat
A 3
• De zelf-nivellerende stand wordt automatisch geactiveerd en
de laser-unit stelt zichzelf waterpas. Wanneer de laser-unit
waterpas staat, zal de straal eenmaal naar rechts roteren bij
600TPM.
• 30 sec. na de laatste keer dat u de knop hebt ingedrukt wordt
HI Mode (Hoogte van instrument, Anti-Drift) automatisch
geactiveerd en gaat de HI LED (Afbeelding
(U kunt HI Mode uitschakelen door de knop Slope Mode
2 sec ingedrukt te houden. De laser zal twee keer een
akoestisch signaal laten horen en de HI Mode LED zal uitgaan.
OPMERKING: wanneer HI Mode is uitgeschakeld, kan de
laser na de installatie geen verplaatsing detecteren, dus kan
de nauwkeurigheid niet worden gegarandeerd.)
Druk op
(Afbeelding
3.
de laserstraal wilt aanpassen tussen de 4 vooraf-ingestelde
snelheden (150, 300, 600 en 1200 TPM). OPMERKING: De
nauwkeurigheid wordt optimaal ingesteld bij 600 TPM of minder.
U kunt de Richting van de laserstraal wijzigen, in de zelf-
4.
nivellerende stand, door op
drukken.
Druk op de knop Scan Mode
5.
laser wilt instellen voor scannen in de stand voor een hoek van
)
0°, 15°, 45° of 90° .
•
laat u de laserkop heen en weer zwaaien, waardoor een
15˚/45˚/90˚
korte heldere laserlijn ontstaat. Deze korte lijn is veel helderder
en zichtbaarder dan wanneer het apparaat in de stand voor
volledige rotatie staat.
• De richting van de scan-zone kan met de pijlknoppen
(Afbeelding
of
A
18
Drukt u op de knop Slope Mode
6.
Slope Mode, voegt de unit automatisch de X-as toe. U kunt dan
de laser naar een helling brengen in de richting van de X-as,
zoals wordt aangeduid door het X-merkteken op de bovenste
rolkooi.
• In bepaalde situaties kan het wenselijk zijn de helling van de
laser over de Y-as te bepalen. U kunt de richting van de Slope
Mode heen en weer verplaatsen tussen de Y- en de X-as door
:
op de knop X-Y-as te drukken
) branden.
A 2
) als u de Rotatiesnelheid van
A
16
of
(Afbeelding
A
18
(Afbeelding
) als u de
15˚/45˚/90˚
A
17
) worden geregeld
19
voor het inschakelen van
(Afbeelding
A
13
NL
of
)te
19
en
).
119
Advertisement
