Kenwood KD-4020 Instruction Manual page 41

12. Gebruik van verplaatsbare karreties — Als de appara-
tuur op een verplaatsbaar karretje gezet wordt, dient dit
voorzichtig te worden verschoven. Plotseling stoppen of
een Ongelijkmatige ondergrond kan er toe leiden dat het
karretje met de apparatuur erop omvalt.
=
13. Als de apparatuur niet gebruikt wordt — Trek de stek-
ker uit het stopkontakt als u de apparatuur voor langere
'tijd niet denkt te gebruiken.
14. Vreemde geur — Als het apparaat vreemd ruikt of rook
uitstoot, moet het apparaat onmiddellijk worden uitgescha-
keld en de stekker uit het stopkontakt worden getrokken.
Raadpleeg hierna uw dealer of dichtstbijziinde service-
is UITSCHAKELEN!
15. Beschadigingen die vakkundige hulp vereisen — In de
volgende gevallen dient kontakt te worden opgenomen
met een erkende vakman voor het uitvoeren van reparaties:
A. Als het netsnoer of de netstekker beschadigd is.
B. Als een voorwerp op het apparaat gevallen is of er
vioeistof in het apparaat terechtgekomen is.
C. Als het apparaat aan regen blootgesteld heeft
gestaan.
D. Als het apparaat niet normaal werkt of slechts gebrek-
kig werkt.
E. Als het apparaat gevallen is of de behuizing bescha-
digd is.
16. Service-werkzaamheden — De gebruiker mag uitsluitend
de service-werkzaamheden uitvoeren die in de gebruiks-
aanwijzing beschreven zijn. Het uitvoeren van eventuele
andere werkzaamheden dient te worden overgelaten aan
de vakman.
17. Aarden van de buitenantenne — Als een buitenantenne
Op de receiver wordt aangesloten, dient de antenne te wor-
den geaard om beveiliging te bieden tegen plotselinge hoge
spanningen of opgebouwde statische elektriciteit. Sektie
810 van de National Electrical Code ANSI/NFPA nr.
70—1984 verschaft informatie betreffende de juiste wij-
ze van aarden van de mast en onderbouw, het aarden van
de toevoerdraad van de antenne-ontlaadeenheid, de plaats
van de antenne-ontlaadeenheid, de aansluiting op de aard-
Opmerkingen:
A\Let op: Om veilige bediening te waarbor-
gen, dient deze bladzijde zorg-
vuldig te worden doorgelezen.
elektroden en de vereisten voor de aardelektroden. Zie de
afbeelding.
ELEKTRICITEITSKABELS
TOEVOERKABEL
VOOR ELEKTRI-
CITEIT
tSOLATORS*
ANTEN-
NEKABEL
ANTENNE-ONTLAAD-
EENHEIDS
NAAR ANTENNE-
AANSLUITINGEN VAN
AARDINGSPUNT VAN ELEKTRICI-
TEITSNET APPARATUUR
(bijv. metaten weterleiding bin- AARDKABEL" *
nenshuis)
VERBINDINGSKABEL* AARDKLEMMEN
LOS VERKAIJGBARE ANTENNE-AARDELEKTROOE OVEREEN-
KOMSTIG PLAATSELIJKE VOORSCHRIFTEN 2,44 m
GROND SLAAN (INDIEN VEREIST). ZIE NEC SEKTIE 810-21(f).
AFBEELDING
VOORBEELD VAN AARDING VAN DE ANTENNE VOLGENS DE
"NATIONAL ELECTRIC CODE" INSTRUKTIES DIE BESCHREVEN
STAAN IN ARTIKEL 810 — 'RADIO EN TELEVISIE-
APPARATUUR''.
*Gebruik een nr. 10 AWG (5,3 mm?) koper, nr. 8 AWG (8,4 mm?) alumi-
nium, nr. 17 AWG (1,0 mm?) met koper beklede stalen of bronzen draad,
of flanger, als aardkabel.
>Bevestig de antenne-toevoerkabel en aardkabels met isolators aan het
huis, en houd de isolators minimaal 1,22—1,83 mm uit elkaar.
*Monteer de antenne-ontlaadeenheid zo dicht mogelijk bij het punt waar
de toevoerdraad het huis binnenkomt.
"Gebruik een verbindingskabel van minimaal nr. 6 AWG (13,3 mm?) ko-
per of gelijkwaardig, indien een afzonderlijke antenne-aardelektrode ge-
bruikt wordt. Zie NEC sektie 810-21{j).
18. Elektriciteitskabels — Houd de buitenantenne uit de buurt
van gemeentelijke elektriciteitskabels.
weiananin AA
2
m
o
m
Ps)
4
>
2
~]
n
|
|