Bosch GIS 1000 C Professional Original Instructions Manual page 97

Hide thumbs Also See for GIS 1000 C Professional:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 20
Druk opnieuw op de toets Meten 4 om een nieuwe meting met
de ingestelde meetparameters te starten.
Meetresultaten opslaan/weergeven/verzenden
Na afsluiting van een meting verschijnt op het display het sym-
bool voor opslaan v om aan te geven dat u de meetresultaten
kunt opslaan. Druk hiervoor op de toets Opslaan/
Verzenden 9.
De meetresultaten worden als JPG-bestand (screenshot van
het vastgelegde display) opgeslagen.
– Voor het weergeven van opgeslagen screen-
shots drukt u op de linker functietoets 17 on-
der het galerijsymbool r. Op het display ver-
schijnt het laatst opgeslagen screenshot.
– Druk op de pijltoetsen rechts 11 of links 15
om tussen de opgeslagen screenshots te
wisselen.
– Voor het verzenden van het weergegeven
meetresultaat via Bluetooth® drukt u op de
toets Opslaan/Verzenden 9. Als de Blue-
tooth®-verbinding nog niet is ingeschakeld
(zie „Gegevensoverdracht via Bluetooth®",
pagina 99), dan wordt deze geactiveerd door
op de toets Opslaan/Verzenden te drukken.
– Voor het wissen van het weergegeven
screenshot drukt u op de rechter functietoets
10 onder het prullenbak-symbool.
– Om het wissen te bevestigen, drukt u op de lin-
ker functietoets 17 onder het vinkje-symbool.
– Om het wissen te annuleren, drukt u op de
rechter functietoets 10 onder het kruis-
symbool.
– Om de galerijweergave te verlaten en terug te
keren naar de meetmodus, drukt u op de lin-
ker functietoets 17 onder het vorige-symbool.
U kunt ook alle opgeslagen bestanden in één keer wissen. Zie
hiervoor „Alle foto's wissen", pagina 100.
Oppervlaktetemperatuurmodus
In de oppervlaktetemperatuurmodus wordt de oppervlakte-
temperatuur van een meetvoorwerp gemeten.
In deze modus kunt u bijv. oververhitte zekeringen zoeken of
cv- of warmwaterleidingen detecteren.
Voor het wisselen naar de oppervlaktetemperatuur-modus
keert u eventueel terug naar het standaard displayscherm.
Druk daarna zo vaak op de pijltoets links 15 of de pijltoets
rechts 11 tot het venster „Oppervlaktetemperatuur" met
een korte toelichting van de modus verschijnt. Om de toelich-
ting voortijdig te verbergen, drukt u op de toets Opslaan 9.
Om de toelichting te verbergen en direct een meting te star-
ten, drukt u op de toets Meten 4.
Druk op de toets Meten 4 en richt het meetgereedschap verti-
caal op het midden van het meetobject. Na afsluiting van de
meting wordt de oppervlaktetemperatuur van het meetobject
waar het laatst op werd gericht, in de aanduiding o vastge-
legd.
Bosch Power Tools
Bij continumetingen verschijnt de laatst gemeten oppervlak-
tetemperatuur met de markering q op de resultaatschaal l. De
minimale en de maximale temperatuurwaarde van het meet-
proces verschijnen in de aanduiding k, zodra het verschil van
de meetwaarden meer dan 3 °C bedraagt. Zo kunt u zien hoe
hoog de actuele meetwaarde in verhouding tot de reeds ge-
meten temperaturen is.
Oppervlaktetemperatuur-alarm
Het oppervlaktetemperatuur-alarm kan in alle modi worden
gebruikt. U kunt een minimum- en een maximumtemperatuur
vastleggen.
Als de temperatuur onder de minimumtemperatuur komt,
dan knippert de aanduiding temperatuuralarm n blauw en bij
ingeschakeld geluidssignaal is een waarschuwingssignaal te
horen.
Als de temperatuur boven de maximumtemperatuur komt,
dan knippert de aanduiding temperatuuralarm n rood en bij
ingeschakeld geluidssignaal is een waarschuwingssignaal te
horen.
Om het oppervlaktetemperatuur-alarm te gebruiken, vraagt u
het „Hoofdmenu" op (zie „Navigeren in het „Hoofdmenu"",
pagina 99).
– Kies het submenu „Functies".
– Zet „Alarm min/max" op „aan".
– Stel onder „Alarm min" de minimumtemperatuur in.
– Stel onder „Alarm max" de maximumtemperatuur in.
Minimum- en maximumtemperatuur worden ook opgeslagen,
wanneer u het alarm op „uit" zet.
Contacttemperatuur-meting
Bij de contacttemperatuur-meting kan met behulp van een
gangbaar thermo-element type K de temperatuur van een ob-
ject direct worden gemeten.
Opmerking: Gebruik uitsluitend thermo-elementen van het
type K. Bij aansluiting van andere types thermo-elementen
zijn verkeerde meetresultaten mogelijk.
Klap de afdekking 1 open en sluit het thermo-element op de
aansluiting 25 aan.
 Lees de gebruiksaanwijzing van het thermo-element en
neem hier goed nota van.
Zodra een thermo-element is aangesloten, verschijnt de aan-
duiding t op het display. De meetwaarde van de aanduiding
wordt continu bijgewerkt. Wacht voor een betrouwbaar resul-
taat tot de meetwaarde niet meer verandert. Afhankelijk van
uitvoering van het thermo-element kan dat meerdere minuten
duren.
De contacttemperatuur kan in elke modus naast de opper-
vlaktetemperatuur worden gemeten. Voor het vaststellen van
warmtebruggen en het risico van schimmelvorming wordt
echter altijd de oppervlaktetemperatuur gebruikt.
Als het thermo-element wordt verwijderd, dan verdwijnt de
functie-aanduiding t op het display. Sluit na het verwijderen
van het thermo-element de afdekking 1 weer.
Nederlands | 97
1 609 92A 0XP | (17/4/15)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents