Medisana MTX Instruction Manual page 124

Upper arm blood pressure measuring device
Hide thumbs Also See for MTX:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28
NL
4 Het Gebruik
114
2. Daarna pompt de man chet
nodige druk bereikt is. Alternatief kan deze druk ook handmatig tot stand
gebracht worden door de START-toets
houden nadat het toestel automatisch een druk van minstens 30 mmHg
bereikt heeft. Als het toestel de volgens uw mening optimale uitgangsdruk
voor een meting bereikt heeft, laat u de START-toets
de stijgende druk door getallen aangegeven.
3. Wanneer het opblazen is voltooid, wordt de meting automatisch gestart
terwijl de lucht binnen het manchet langzaam uitgelaten wordt. De in het
display getoonde waarde komt overeen met de actuele waarde van de druk
binnen het manchet.
4. De manchet wordt eerst met gelijkmatige snelheid ontlucht. Op het display
wordt het polssymbool
keer kan worden vastgesteld, wordt de ontluchting met de hartslag ge-
synchroniseerd totdat de meting is voltooid. Deze bewerking wordt door
een pieptoon per hartslag begeleid als de pieptoonfunctie niet voordien
uitgeschakeld werd. Tegelijk knippert het polssymbool
5. De eerste meting wordt beëindigd door de druk tijdens een 15 seconden
lange countdown compleet uit de manchet af te laten. Hierbij knippert het
countdownsymbool
begeleid.
6. In de plaats van de " 1 " wordt op het display nu de " 2 " voor de tweede
meting weergegeven. De tweede meting verloopt als de eerste, zie punten
2-5.
7. In de plaats van de " 2 " wordt op het display nu de " 3 " voor de derde
meting weergegeven. De derde meting verloopt als de eerste, zie punten
2-4.
8. De 3MAM-meting is beëindigd zodra de manchet plots ontlucht wordt en
een lange pieptoon te horen is.
9. De gemeten waarden
samen met de WHO-bloeddrukbalkindicatie
toon te horen.
10. Als bij de meting door het toestel een aritmie vastgesteld wordt, knippert
tijdens de weergave van de gemeten waarden het aritmiesymbool
acht keer. Tegelijk zijn acht korte pieptonen te horen die de gebruiker op een
onregelmatige hartslag moeten wijzen.
11. Als u ca. 1 minuut lang op geen enkele toets drukt, schakelt het toestel
automatisch in de stand-bymodus.
AANWIJZING
Bij het gebruik van het toestel kunnen in de geïntegreerde
schakelkring de fouten Err 1, 2, 3, 5, 6 optreden, waarbij Err 6
uitsluitend bij de 3MAM-modus kan optreden. De fouten
Err 1, 2, 3, 5 leiden in de 3MAM-modus niet tot het afbreken
van een meting, tenzij ze twee keer na elkaar optreden.
Een foutindicatie wordt altijd door 3 korte pieptonen begeleid.
zich automatisch op tot de voor een meting
in te drukken en ingedrukt te
weergegeven. Wanneer de pols de eerste
. De vijf laatste seconden worden door pieptonen
,
en
worden op het display weergegeven,
los. Hierbij wordt
.
. Tegelijk is een lange piep-

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents